Ned. Hall of
Fame : Kees Verkerk + Kees Verkerk geboren op 28 oktober 1943 in Puttershoek (Zeeland) als Cornelis Arie Verkerk |
|
![]() |
De man Kees Verkerk kon heel hard schaatsen en behaalde in 1964 een zilveren
medaille op de 1500 m tijdens de Olympische Spelen. Twee jaar later werd hij
Wereldkampioen allround en in 1967 Europees en Wereldkampioen allround. De 1500
m was zijn favoriete afstand en hij verbeterde drie keer het wereldrecord. In
1968 won hij de gouden medaille op de 1500 m tijdens de Olympische Spelen in
Grenoble. In dat jaar kwam er een nieuwe Nederlandse ster naar voren: Ard Schenk.
Het werden de jaren van "Ard en Keessie". De boomlange Ard was introvert
en de kleine extroverte Kees het feestnummer, die ook wel eens trompet speelde
en als talisman de bontmus van zijn moeder op zijn hoofd droeg.
Bij zijn derde Olympische Spelen in 1972 in Sapporo (Japan) kon Kees de jongere
Ard Schenk niet kloppen over 1500 m en 5000 m en hij richtte zich daarom op
de 10 km. Hij leek ver te komen, maar ook op deze afstand won Ard de gouden
medaille.
Na zijn schaatscarrière emigreerde Kees naar Noorwegen, waar hij een
camping runt in Kristiansund.
Het paard was naar de bekende schaatser vernoemd en niet andersom, zoals sommige
drafsportliefhebbers misschien denken.
De schaatser en het paard leken qua karakter en vechtlust wel wat op elkaar.
Beide waren slow-starter en gingen gaandeweg steeds harder. Ze knokten tot het
einde en de tegenstanders moesten afhaken.
Hoogtepunt in beider carrière was een race tussen de twee naamgenoten
op het ijs van de Rottemeren, waarbij het paard een zware arreslee moest trekken.
Er kwam een menigte toeschouwers op af en men vreesde dat het ijs zou breken.
Met behulp van een helicopter werd het volk gesommeerd het ijs te verlaten onder
het dreigement dat er anders niet gestart zou worden. Dat hielp. Winnaar van
de wedstrijd werd natuurlijk Kees Verkerk.
De man genoot van de successen van het paard. Zelfs toen hij gestopt was met
schaatsen, stond zijn naam nog regelmatig in de krant. Dan had het paard weer
gewonnen. Hij zei hierover: "We droegen bij aan elkaars bekendheid".
Ze waren samen nog eens onderwerp in een sportprogramma van Theo Koomen.
Harddravers en hardschaatsers gaan over 1000 tot 1500 m ongeveer even snel.
Kilometertijden van ongeveer 1 min 11 sec. worden in beide disciplines door
de toppers gerealiseerd. Het paard houdt deze snelheid van iets boven de 50
km/uur wat langer vol, ook nog wel over twee kilometer. Bij mensen is het verval
in snelheid groter als de afstand langer wordt.