Hall of the
Queens : Masina geb.1956 (Fr.) rec. 1.16,4 winsom ca. 250.000 Euro vosmerrie v. Quinio u. Belgarde III |
|
![]() |
Haar eigenaar was de bekende Normandische hereboer Henri Levesque (monsieur
Henri), die als fokker/eigenaar/trainer/rijder een groot aantal toppers in de
baan heeft gebracht. Naast Masina kunnen we noemen Icare IV, Oscar RL, Pluvier
III, Upsalin, Hadol du Vivier, Jiosco, Quovaria, Sabi Pas en de allerbeste Roquépine.
Masina werd meestal, zowel vanaf het zadel als de sulky, gereden door Levesque's
oomzegger François Brohier.
Masina was op jonge leeftijd een eigenzinnige tante. Bij het beleren verdroeg
ze het niet om voor de kar te lopen en ging telkens, na eerst een sprong voorwaarts,
op haar zij liggen. Dat duurde enkele weken totdat een oude paardenrot voorstelde
om haar staart vast te binden. Vanaf dat moment was ze minder gespannen en gaf
ze zich gewonnen.
In december van haar derde jaar debuteerde ze in een monté-koers op Vincennes
met een tweede plaats, twee weken later gevolgd door een overwinning.
Het volgende jaar won ze veel koersen, zowel monté als voor de sulky en voegde
zich geleidelijk bij de top van haar jaargang. Vanwege haar wat gevoelige beenwerk
gaf men haar tussen de koersen meestal enkele weken rust om te herstellen.
Reeds als vijfjarige won ze half januari 1961 (in werkelijkheid dus nog geen
vijf jaar oud!) de belangrijkste monté-koers van Frankrijk, de Prix du Cornulier,
en moest een week later starten in de belangrijkste sulky-koers ter wereld,
de Prix d'Amérique. Ze moest aantreden tegen de top van Europa, waaronder de
Italiaanse "vliegende voshengst" Tornese. De kenners vroegen zich af of ze daar
al aan toe was en of ze genoeg hersteld zou zijn van haar Cornulier-inspanning
van de week tevoren. Wel, de reusachtige vosmerrie kwam vanuit de staart van
het veld onweerstaanbaar naar voren en versloeg Tornese met 3 lengten voorsprong.
Frankrijk sloot deze geweldige merrie in het hart en noemde haar de Koningin
van de drafsport.
In Frankrijk is een paard een echte held(in) als het in hetzelfde jaar zowel
de Prix du Cornulier als de Prix d'Amérique weet te winnen. In 1961 won Masina
nog een andere dubbelslag in de twee disciplines, die tot de verbeelding spreekt,
nl. de Klassiekers Criterium des 5 Ans (sulky) en de Prix de Normandie (monté).Geen
enkel ander paard heeft het ooit gepresteerd om deze twee dubbels in hetzelfde
jaar te winnen.
Haar Amerikaanse toernee mislukte doordat ze niet "uit de voeten kon" op de
harde banen met de krappe bochten. Ook Duindigt bleek haar tijdens de Grote
Prijs der Lage Landen niet te liggen. De paardekrant maakte toen melding van
de serene rust, die van de merrie uitging, ook bij het inspannen en het voorwerken.
Ze had haar streken als jong paard wel helemaal afgeleerd.
Als zesjarige won ze weer de zwaarste monté-koers ter wereld en werd tweede
in de Prix d'Amérique. Vanaf het begin van deze roemruchte koers kregen winnaars
in de volgende jaren 25 m handicap, voor elke overwinning. De beroemde merrie
Uranie won in eind jaren '20 drie keer op rij en moest daarna 75 m voorgift
geven. Masina gaf in 1962 25 m en lag achterin het veld op een bepaald moment
wel 100 m achter op de latere winnares Newstar. Masina vloog op het laatst,
maar kwam net te laat voor de overwinning. Ze revancheerde zich met overwinningen
in de Prix de France (door hinder wel 50 meter bij de start verloren), de Prix
de Paris (over 3200 m, met 7 sec. voorsprong op Newstar), de Prix de Sélection
en het Criterium de Vitesse (1609 m in Cagnes sur Mer). Ze was toen veruit het
beste paard ter wereld.
De indrukwekkendste van alle gewonnen koersen vond rijder François Brohier
de overwinningen in de Prix de Selection van 1961 en 1962. De eerste won ze
met 50 m voorsprong op Nicias Grandchamp (die 25 m voorgift had gekregen) en
de tweede met dezelfde voorsprong op de toen vierjarige Ozo, die ze bij de start
50 m voorgift had moeten geven. Hierna zei Jean Riaud (rijder van de beroemde
Jamin) tegen Brohier dat Masina hem beter leek dan Jamin in zijn beste dagen.
Een mooier compliment kon deze supermerrie niet gegeven worden.
Als zevenjarige kreeg ze problemen met haar beenwerk en ging naar de fokkerij.
Ze was daarbij niet gelukkig. Na de voortijdige geboorte van haar eerste veulen
bleef ze vele jaren gust. Later kreeg ze nog wel een merrieveulen, maar die
bleek niet de grote klasse van haar moeder te hebben geërfd. Ze heette
Dalmona, had een record van 1.20 en een winsom van ruim 200.000 Frs. Die is
moeder van La Masina 1.19,5, op haar beurt moeder van Roma Viva 1.17,8, de moeder
van de klassemerrie Kuza Viva 1.10,9 winsom ca. 500.000 Euro.
Masina stamt van de Franse basismerrie La Kapirat, waarvan veel kampioenen afstammen
w.o. Passiflore 1.17, Cette Histoire 1.17, Dinès P 1.17, And Arifant
1.13.