Hall of the Queens : Ozo
geb. in 1958 (Fr.), rec. 1.15,5 winsom ca Hfl. 650.000
zwarte merrie v. Vermont u. Qozo
Previous Home Next

Ozo



Ozo was de opvolgster van de crack Masina. Ze sprak zelfs nog meer tot de verbeelding, doordat ze langer aan de top stond en ook in het buitenland grote successen behaalde. Ze was een mega-ster, geweldig populair in haar geboorteland, men hield echt van haar. "La grande Dame du Trot" werd ze genoemd, de koningin van de drafsport. Ze had nogal eens last van koliek en was een paar keer op sterven na dood. Pers en publiek leefden dan geweldig met haar mee. Haar gigantische klasse gekoppeld aan haar kwetsbaarheid maakte haar tot een echt idool.
In de koers was ze een opvallend paard: groot en zwart, en ze liep altijd met haar staart in de lucht.

Ozo werd geboren in het zuidwesten van Normandië, bij het stadje Villedieu-les-Poëlles, dat bekend is door de productie van koperen voorwerpen, vooral van kerkklokken. Haar fokker was toen al wat ouder en wilde haar kwijt aan zijn neef. Deze bood het jonge paard te koop aan Roger Massue, een eigenaar/trainer, die hij sprak tijdens een jachtpartijtje. Massue was weinig onder de indruk van de slungelige Ozo en accepteerde het voorstel schouder-ophalend: het paard kostte niets, maar de fokker en zijn neef zouden elk 25% van de toekomstige winsom krijgen. De beste deal die ze ooit gedaan hebben.

Ozo was niet zo'n brave leerling: wispelturig, eigenwijs en klaar om te bijten. Na veel snelwerkjes begon ze haar drafkwaliteiten te tonen en ze debuteerde in Caen in de zomer van haar tweede jaar met een derde plaats over 1400 m. Ze liep vervolgens elke week een koers op verschillende banen, steeds geplaatst, en in haar zesde koers ging ze voor het eerst naar het Hippodrome de Vincennes in Parijs. Ze won meteen in 1.28,1 over 1200 m. Dat waren nog eens tijden. Twee weken later won ze de Prix des Jeunes in haar geboorteplaats, waarbij ze over 1400 m een handicap van 50 m had!

Als driejarige breekt ze echt door. Van januari tot december wint ze 10 keer in 21 starts, zowel aangespannen als monté. Ze onderscheidt zich vooral onder het zadel in o.a. de klassieke Prix de Vincennes en de Prix des Elites, waarin ze het nationale record voor driejarigen verbetert: 1.20,7 over 2250 m. Aangespannen loopt ze haar record van 1.17,7 over 1625 m op Enghien. Ze geniet al een grote populariteit, alhoewel ze nog niet 100% betrouwbaar is in de koers.

Als vierjarige wint ze in Frankrijk opnieuw enkele semi-klassiekers: de Prix du Président de la République (monté) en de Prix Ariste Hémard (voor de sulky). Men schatte haar zo hoog in dat ze zelfs in de Prix d'Amérique zou starten, maar vlak daarvoor werd Ozo ziek. Aan het einde van de zomer loopt ze zich vooral in schijnwerpers in het buitenland door de Amerikanen thuis op te zoeken en te verslaan. Dat was trouwens een riskante onderneming omdat Ozo het vliegen verafschuwde. De reis was dramatisch. De merrie, die met het stijgen der jaren steeds eigenzinniger werd, ging volgens de overlevering de vliegtuigbox binnen in "blinde woede". Onderweg slaat ze een wand uit haar box. De gezagvoerder waarschuwt dat hij de merrie zal moeten laten afmaken als ze niet kalmeert. Gelukkig weet haar verzorger haar rustig te krijgen, maar ze houdt aan het avontuur een gevoelig spronggewricht over, dat nooit helemaal zal herstellen. Het incident verhindert haar niet om in New York op de baan schitteren in de bekende Trans-Oceanic Trot. In handen van Gerhard Kruger wint ze gemakkelijk ten koste van wereldkampioen Tie Silk. Deze prestatie blijft niet onopgemerkt: voortaan is Ozo voorbestemd om een hoofdrol te vervullen.
Het verbaast dan ook niemand dat ze al op vijfjarige leeftijd, gereden door haar eigenaar, de Prix d'Amérique wint, vóór de cracks Oscar RL, de Amerikaan Quick Song (vader van Sharif di Iesolo) en Nicias Grandchamp.

Ozo
Aankomst Prix d'Amérique 1963, met haar eigenaar op de sulky.

In dat jaar wint ze spelenderwijs nog een aantal grote koersen in het buitenland: de Prijs der Besten in München en de Elitloppet in Stockholm, waarin ze haar record op 1.15,5 brengt. In eigen land wordt ze in een aantal grote koersen "slechts" tweede, o.a. in het Criterium de Vitesse in Cagnes-sur-Mer.


Elitloppet
Ozo geeft drafles aan haar tegenstanders in de Elitloppet in Stockholm.

In 1964 eindigt ze als laatste in de Prix d'Amérique, met het excuus van 25 m starthandicap omdat ze deze koers al een keer gewonnen had. De Amerikaanse hengst Nikè Hanover won in handen van Hans Frömming, de Duitse grootmeester met meer dan 5000 overwinningen op zijn naam. Eigenaar-rijder Massue trekt zich het verlies van Ozo in de Prix d'Amérique zo aan, dat hij Frömming vraagt om zijn merrie voortaan in internationale koersen te rijden.

Hans Frömming schrijft daar in zijn boek "5000 Tabersiege" een heel hoofdstuk over. Hij vertelt hierin o.a.:
"In 1964 kreeg ik Ozo te rijden en met haar beleefde ik vreemde en ook mooie avonturen. Men had me gezegd dat haar stal bij een baan stond, niet ver van Vincennes, in Le Tremblay. Dat was geen draversbaan, maar een renbaan, maar wel voorzien van een dravertrainingsbaan. Aan de overkant van de straat bevonden zich enkele entrainementen. Maar daar stond Ozo helemaal niet! Haar stal stond twee kilometer verderop! Ze moest elke dag langs druk stadsverkeer naar de baan gereden worden. Ze had zelfs geleerd om voor het rode licht stil te staan. Normaal worden paarden na de snelwerkjes in een stal afgezweet en warm gehouden. Maar dat kon met Ozo niet, dat moest allemaal in de open lucht gebeuren, ook in de winter bij vriezend weer. Zo werd de beste draver ter wereld getraind!
Voor mij was deze merrie een fenomeen, een van de beste dravermerries, die ik ooit gereden heb.
In de zomer vlogen we naar de USA om deel te nemen aan de "International Trot" en mogelijk ook aan de "Challenge Cup". De merrie was echter absoluut niet in orde. Ozo leed chronisch aan koliek (darmverstopping). Het was de vraag of ze kon starten, maar op de avond vóór de koers gaf de dierenarts toestemming. Ozo werd de volgende dag vierde. We mochten dus starten en hadden nog een week tot de Challenge Cup. Drie dagen voor die koers merkte ik dat Ozo weer de oude was en besloot om haar op andere ijzers te zetten. Dit ondanks protesten van haar eigenaar, die zei dat ze zo helemaal niet draven kon en haar ijzers af zou trappen. Het kostte me wat tijd om hem te overtuigen en gerust te stellen.
Bij de persconferentie aan de voor-avond vroeg men mij welke kans ik dacht te hebben. Ik antwoordde: "u zult misschien lachen, maar ik ga morgen winnen". En ze lachten, echter niet ironisch, maar zo van "je weet maar nooit", want ze kenden Ozo nog van het jaar daarvoor.
In de met 25.000 dollar gedoteerde Challenge Cup ging het over 2011 m en hierin starten de eerste vier van de International Trot plus de eerste vier van het American Championship. Om het verhaal kort te maken: Ozo won gemakkelijk voor Su Mac Lad en Pickwick. De merrie evenaarde het wereldrecord met 1.17,1 over die afstand op een 800 m baan. Ze had gemakkelijk sneller gekund en het was jammer dat ik haar niet wat meer had aangespoord. Bij een verbetering van het record zou ik een premie van 1500 dollar hebben gekregen. Zo gemakkelijk verlies je geld, als je niet oppast!

Challenge_Cup
Zo gemakkelijk wint Ozo de Challenge Cup

Terug in Europa won ze vervolgens het Gladiatoren Rennen in Hamburg en de Preis der Besten in München. Op de laatste zondag van november zegevierde ze in Milaan in de Grote Prijs der Naties.
Zo gingen we de Prix d'Amérique van 1965 tegemoet. Veertien dagen tevoren hadden we de gebruikelijke generale repetitie in de Prix de Bourgogne. Ozo verloor afgetekend tegen de "eeuwige tweede" Oscar RL, die daardoor favoriet voor de Prix d'Amérique werd. Ik vroeg de eigenaar of ik de merrie in de resterende twee weken mocht trainen. Nou, dat mocht, maar het gebeurde wel onder de hierboven beschreven slechte omstandigheden op drie verschillende banen. Desondanks was ze op de dag van de Prix d'Amérique topfit. De eerste stap was gezet, nu de grootste nog.....
De tribunes van Vincennes waren, ondanks het niet uitnodigende weer, met tienduizenden betalende toeschouwers gevuld. Het maakt de Fransen niet uit wat voor weer het is, ze willen het schouwspel gewoon niet missen. Bij het defilé kreeg de lieveling van het publiek veel bijval en daarna gingen we naar het startpunt van Europa's grootste draverij. Iedereen voelde de hoogspanning en de Fransen duimden voor hun "Mademoiselle Nationale".
Na de start streden de 18 deelnemers voor een goede positie in het veld en toen we voor de tribune kwamen, lagen de favorieten bij elkaar, dicht achter de kopgroep. Aan de overzijde zakten enkele zwakkere broeders langzaam terug, mede doordat het daar berg-opwaarts ging. In de laatste bocht, met nog 500 m te gaan, vormden de kansrijkste paarden de kopgroep met Oscar RL aan de leiding. Ik kwam aan de buitenkant met Ozo en we passeerden hem moeiteloos. Maar, met nog 200 m te gaan, was de koers nog niet gelopen, want nu kwam plotseling de geweldige Amerikaanse merrie Elaine Rodney met Gerard Krüger op de sulky aangevlogen. Heel slim had Krüger zijn merrie op mijn rug gezet. Ozo had echter nog genoeg reserves om deze fantastische aanval op te vangen. Ze won met driekwart lengte en ik had het gevoel dat ze nog wel een ronde zo door kon gaan.
De geestdrift van het publiek was onvoorstelbaar. Geen wonder, want met Ozo had niet zomaar een Frans paard gewonnen, nee, het was de geliefde "Mademoiselle Nationale"......
(einde citaat uit het boek van Hans Frömming)

Ozo_PrixdAm95
Aankomst Prix d'Amérique 1965, met haar staart in de lucht. Links Elaine Rodney.

In de lente van dat jaar 1965 wilde eigenaar Massue de merrie op een passende manier afscheid van de baan en haar publiek laten nemen en zocht daarvoor meteen een revanche voor haar tweede plaats in 1963 in het "Grand Criterium de Vitesse de la Côte d'Azur", zoals deze koers voluit heet. Maar onheil diende zich aan: zes dagen voor de koers kreeg ze weer last van koliek.

De merrie ligt uitgestrekt en rillend op de grond en de artsen vragen 12 uur voor alvorens een uitspraak te doen. De meest pessimistische geruchten doen de ronde, maar het wonder geschiedt. De grote merrie slaagt erin om op te staan en tilt haar bovenlip op, klaar om te bijten. Zij lijkt weer de oude en Massue zegt heel beslist: "Mijn merrie zal starten...". Iedereen protesteert. De verzekering weigert dekking. Maar de man uit Villedieu houdt vol en gaat op die gedenkwaardige 14e maart van start. Bij het voorwerken lijkt Ozo te vliegen en bij de toto zakt haar cote-eventueel van 12 naar 5 tegen 1. Komt dat door een vlaag van vertrouwen of een vlaag van verstandsverbijstering? Machtiger dan ooit verslaat de vedette haar tegenstanders in de mooie kilometertijd van 1.16,7 over 1609 m. De merrie wordt uitbundig gehuldigd en de Marseillaise klinkt door de luidsprekers. Massue kan zijn tranen niet bedwingen.

Later komt Massue op zijn besluit terug en brengt zijn merrie opnieuw uit in een koers. Helaas zonder succes. In de Prix d'Amérique van 1966 wordt Ozo laatste met 25 m handicap. Zo'n afscheid had ze niet verdiend.

Een half jaar later kan geen enkele dierenarts meer iets voor haar doen, als er een kwaadaardig gezwel bij haar wordt geconstateerd. Men moet de kampioene laten inslapen.....
Vele jaren daarna denken sommige wedders op Vincennes nog met weemoed aan haar terug wanneer een favoriet teleurstelt: "dat zou Ozo ons niet geflikt hebben ....".

Bronnen o.a.:
- het boek "Trotteurs de Légende" door Pierre Joly (ISBN-273722707)
- het boek "5000 Tabersiege" door Hans Frömming