|
Hall of the
Queens : Gélinotte
geb.1950 (Fr.) rec. 1.16,6 winsom
900.000 gld.
bruine merrie v. Kairos 1.23 u. Rhyticère v. Fidelius
|
|
Als tweejarige won Gélinotte al een koers en als driejarige behaalde ze
5 overwinningen. Maar ze was op jonge leeftijd ook zeer onstuimig en liet nog
wel eens een steekje vallen. Haar fokster/eigenaresse Madame Karle besloot daarom
de merrie te laten trainen door de tovenaar Charlie Mills, een rustige en zeer
bekwame Ier. Hij sleutelde wat aan het beslag van de merrie en gaf haar zo "nieuwe
voeten". Gélinotte en Mills werden een koningskoppel. Toen de zieke
Charlie zijn Gélinotte gedurende enige maanden niet kon trainen en rijden,
presteerde de merrie duidelijk minder.
Op vierjarige leeftijd begon Gélinotte aan een niet te stuiten zegetocht.
Haar hegemonie was zo groot dat ze in Frankrijk dikwijls buiten weddenschappen
werd geplaatst. Ze won eens 3 koersen op Vincennes in één week.
Als jong paard zegevierde ze in 7 klassieke en 16 semi-klassieke Franse koersen.
Reeds als vijfjarige nam ze deel aan de Prix d'Amérique en werd toen, na
een slechte start, tweede in 1.22,0 achter stalgenoot Fortunato II.
Ze was vanaf die tijd ook een echte globetrotter en won in Milaan en Hamburg.
Een zeldame kleurenfoto van Gelinotte.
Als zesjarige won ze het drieluik Prix d'Amérique, Prix de France en Prix
de Paris en verder alle Europese Circuit-koersen, waaronder de Elitloppet. Alleen
in Milaan werd ze geklopt door Oriolo, die ze in latere koersen geen schijn van
kans gaf.
Als zevenjarige won Gélinotte opnieuw het drieluik Prix d'Amérique
+ Prix de France + Prix de Paris en is de enige die dat twee jaar achter elkaar
gepresteerd heeft! In de Prix d'Amérique kreeg ze als oud-winnares 25 m
handicap en ook in de andere koersen moest ze meters geven als Prix d'Amérique-winnares.
Ze won deze koersen in recordtijden en was dus echt veel beter dan de rest van
de drafwereld.
In Napels won ze een serie van de Loterij-prijs, maar werd in de finale verslagen
door Tornese, op wie ze later in Zweden (Aby) revanche nam. Ze won verder de Grote
Prijs van Kopenhagen,de Elitloppet en nog een aantal internationale koersen.
Gélinotte startte in dat jaar ook in onze Grote Prijs der Lage Landen,
maar kon toen bij grote hitte geen 80 meter goedmaken. Ze had haar dag niet en
bovendien lagen de krappe bochten haar totaal niet.
Een overwinning in Wenen op 13 oktober van dat jaar bleek haar laatste te zijn.
Het was haar 54-ste. In de volgende maanden presteerde ze nog wel goed, maar moest
altijd tientallen meters voorgeven en kreeg daar moeite mee. Men heeft haar een
volgende start in de Prix d'Amérique van 1958 met 50 meter handicap bespaard.
Gélinotte hoefde haar kroon niet in te leveren en werd in dat voorjaar
gedekt.
Het was een belevenis om haar te zien lopen. Ze had geweldig veel speed en een
ongelooflijke vechtlust. Zij had ook een koninklijke uitstraling met haar ingevlochten
manen. In heel Europa was ze een begrip en om naar al die Europese koersbanen
te reizen werd gebruik gemaakt van de trein, waarin ze totaal zo'n 40.000 km heeft
afgelegd!
Gélinotte was in eigen land een razend populaire vedette. Alweer zo'n grote
Franse merrie met een prachtige naam, die tot Koningin van de Drafsport werd gekroond.
Het was bij het grote publiek een bekend verhaal dat de merrie als jong paard
eens uit haar box ontsnapt was, een hek had geforceerd en zich in de boomgaard
van de buurman tegoed had gedaan aan tientallen appels. Dat was haar grootste
lekkernij en toen zij later zo populair werd, stuurden haar bewonderaars dikwijls
pakketjes met appels op. De adressering was vaak niet meer dan "Mademoiselle
Gélinotte, bij Mr. Mills, in Chamant (Oise)", maar dat was voor de
postbode voldoende.
Er zijn liedjes over haar geschreven, een roos, een jurk en een soort camembert
naar haar vernoemd en films over haar gemaakt. Gélinotte was een hype.
Mevrouw Karle voert haar merrie een appeltje.
In de fokkerij bracht ze geen producten van haar niveau, maar wel een aantal goede
paarden. Van de 7 veulens waren Palombe 1.20,3 Quiscale 1.22,3 Verlinotte 1.20,8
en Ura 1.18 de beste. Haar zoon Ura heeft het als vaderpaard goed gedaan en het
bloed van zijn fantastische moeder aan veel nakomelingen doorgegeven. Hij werd
vader van de cracks Lurabo, Noble Atout en Reine de Corta. Zijn zoon Greyhound
is de vader van Ourasi.
Gélinotte stamt van de Franse basismerrie Fragilité (geb. 1927), waarvan
ook afstammen Niky des Etangs 1.19, Jail du Vivier 1.16, haar kleinzoon Colomba
II 1.16, etc.
Fragilité was een dochter van de Amerikaanse merrie Henrietta C (rec. 1.19), zodat
zowel Gélinottes vaderlijn (Kairos is van The Great McKinney) als haar
moederlijn Amerikaans zijn. Daartussen vinden we enkele uitstekende Franse dravers.
Via haar vader Kairos is Gélinotte een kleindochter van de fameuze Uranie,
die ook in deze Hall of Fame staat en met wie ze veel gemeen had.
De beroemde merrie stierf op 20-jarige leeftijd en dat was wereldnieuws. Het stond
zelfs in de Nederlandse kranten. Men kende haar nog. Een onvergetelijke merrie,
deze Gélinotte.....